Canon van Beets

Laatste Nieuws

Agenda

Dorpskrant

Woningbouwvereniging Opsterland in Nij Beets (1920-2002).



Turfmakers woningen aan de toenmalige Straatweg nu (Domela Nieuwenhuisweg).

Turfmakers woonden vaak in woninkjes van steen van hun veenbaas.
De “vaste” turfmakers mochten vaak in stenen huisje van Gieters model wonen. De turfmakerfamilies in het laagveen waren vaak afkomstig uit Giethoorn.
Kernmerkend voor dit model is het groene houten topgeveltje; het is een éénkamerwoning met twee bedsteden en een achterhuis, waar werd gekookt en gewassen.



Deze woninkjes hadden vaak een fundering van turf (zie afb. hiernaast, ong. vijf lagen), waarop een brede plank werd gelegd. Op deze plank werd met mortel een half stenen muurtje (met geeltjes) gemetseld. Op het dak werden dakpannen of riet gelegd. Sommige huisjes hadden een stenen voorgevel en houten zij- en achtermuren.

 
      It Damshûs net voordat het afgebroken werd.

Het “Damshûske” van ons openlucht laagveenmuseum werd in 1877 op de Hoeke (erf van Fam. Mulder, begin Leppedijk ) gebouwd en in 1959 weer herbouwd op de huidige locatie.
Door de slechte fundering en door de slappe veengrond verzakten de woninkjes. Bovendien werd door lekkage het hout aangetast en veroorzaakte verrotting.


    Woonkeet voordat de gezondheidscommissie langs is geweest, blijkbaar wil men graag op de foto. 

Op de foto hierboven (1905) staat het houten keetje afgebeeld in armoedige staat.


      Dezelfde foto als hiervoor maar nu met de Gezondheidcommissie op bezoek.
     
Kennelijk heeft de bewoner of eigenaar voor de inspectie hetzelfde woninkje flink opgeknapt.
De leden van de Gezondheidscommissie controleerden jaarlijks kritisch de huisvesting van de arme bevolking.
In de meeste gevallen betekende het vaak, dat het woninkje “ONBEWOONBAAR” werd “VERKLAARD” en moest worden afgebroken.

Rond 1900 werden plm. 17.000 mensen in Zuid-Oostfriesland getroffen door erbarmelijke woonomstandigheden.
Met de intrede van de woningwet van 1902 werd er in de gemeente in 1907 een woningbouwvereniging gesticht met de naam “De Vooruitgang”.
Om de schamele huisvesting te kunnen saneren zullen verantwoorde woningen vooral in of nabij veennederzettingen in het landelijk gebied moeten worden gebouwd. Willen die mensen worden geprikkeld om in een huurhuis te gaan wonen, dan moet er een stukje land bij de nieuwe woning horen. Op dit veldje kunnen de bewoners dan aardappelen, groente verbouwen en kleinvee houden.
De arbeider is bereid veel meer te betalen dan hij is gewend, indien een behoorlijk stuk grond bij de woning wordt gevoegd”.
Vanaf 1920 zorgde Woningbouwvereniging Opsterland ook in ons dorp voor vervangende woonruimte.


       Woningstichtings huisjes aan de Swynswei.

De groep woningen aan de Swynswei (8 krimpwoninkjes en 6 twee-onder-een-kappers) buiten Nij Beets werden in 1921 gebouwd. Het was één van de omvangrijkste complexen landarbeiderswoningen van Fryslan.

De vrijstaande “krimpjeswoningen”werden afgewisseld met “twee-onder-een-kappers”.
De krimpjeswoningen doen denken aan kleine stelpboerderijtjes.
De twee-onder-een-kappers zijn dwars geplaatst met achter de woningen ruime losse schuurtjes.

       
De zg. “WaaiOmhûzen” aan de Tolheksbuurt, zo te zien is dit net opgeleverd.

Ondertussen bouwde de Woningbouwvereniging Opsterland in de haakse scherpe bocht aan de Tolhekbuurt drie woningen. Aan het doodlopende zijweggetje werden nog eens acht woningen gebouwd. Dit waren de zgn. “WaaiOmhûzen”; genoemd naar de Woningbouwvereniging Opsterland.

       
Huizen aan de toenmalige Straatweg, ( Singsang).      

Het volgende bouwproject lag aan de zijweg van de Straatweg (de huidige Domela Nieuwenhuisweg).
In 1938 werden hier eerst vier dubbele woningen gebouwd. Twee jaar later (1940) volgden nog twee dubbele woningen op vrij ruime erven.
Het zijn twee gekoppelde woningen op een nagenoeg vierkante plattegrond. De toegang zit aan de achterzijde.

       
        Een net opgeleverde nieuwbouwhuis aan de kromme Swynsweg.

Door de oorlog (WO II) is de achterstand in de woningbouw dramatisch.
Tien jaar later (1948) werden aan de Krûme Swynswei en het Koningsdiep een vijftal vriendelijk ogende rode woningen gebouwd. In de volksmond werden ze “bungalow” genoemd.

Bron:
Damshûs, veenderijmuseum.                                O.G. Dijkstra,
Van krimpjeswoning tot trefkûle.                         P. Karstkarel en L. v.d. Veen.
Fotoarchief: Fokke Veenstra,
Fotoarchief: Damshûs, Nij Beets
Ryksargyf foto no:15665.

Deze berichten vind je misschien ook leuk